donderdag 23 juli 2015

Loeigoeie muziek!

Oke. Weinig mensen weten dit, maar ik kom uit een familie van boeren en landbouwers. Wij kwamen vroeger heel geregeld op de Peppelemoate en ’t Hofken, ik was bij de geboorte van kalfjes en heb zelf vroeger met mijn ouders en m'n zusje een jaar op een boerderij in de Achterhoek gewoond voor we met het gezin naar Hoevelaken vertrokken.
Op de boerderij van mijn grootouders stond ook een echt elektronisch orgel. Daar heb ik het muziek maken op geleerd.  Het orgel had allerlei piepjes en tonen die je kon combineren, en het gaf zo’n plofje als je de uit-knop indrukte. Natuurlijk probeerde ik altijd verschillende vreemde samenklanken uit, het liefst als er niemand in de buurt was.
Achter op de deel was altijd het loeien van de koeien en in de weides rondom de boerderij in de Achterhoek liepen schapen, kippen en paarden, en floten de vogeltjes roemrijk.

Inmiddels ben ik groter geworden, en heb me verder ontwikkeld in de klassieke en popmuziek. Gewoon vanuit mijn passie en de gedachte dat muziek overal is.  Met mijn zusjes zit ik in een vocal group, Filiae. Wij vechten altijd om de piano, een fantastische instrument. Als musicus (hobo, fluit, piano) en zangeres houd ik ervan onverwachte dingen uit te proberen, combinaties die niet voor de hand liggen, om mensen te verrassen met muziek die ik mooi en boeiend vind. Maar daarnaast heb ik ook een volledige opleiding als onderzoeker gedaan: een master muziektheorie bij musicologie aan de UvA. Nieuwsgierig als ik ben wil ik graag precies weten hoe het zit met muziek. Wie niet? Vervelend genoeg is daar nooit een eenduidig antwoord op te geven, want muziek blijft ongrijpbaar schoon en zuiver in alle facetten.
Wat is muziek? Was de allereerste vraag die we tijdens college gesteld kregen. Een vraag waar ik en velen met mij zich nog steeds op stuk kunnen bijten. En je wilt niemand beledigen natuurlijk.

Goed. Orgel en koeien op de boerderij. Je snapt het al: het is blijven kriebelen.

Ik ben het weiland in gestapt en heb tussen de vlaaien en de vliegen een heerlijk prive- concertje voor de bruingevlekte koeien van Jan-Willem van Rooijen in Dodewaard gegeven. Een bijzonder optreden, waarin ik niet in de eerste plaats inspiratie kwam opdoen en delen met deze dieren, maar waarmee ik ook iets wilde onderzoeken.

Niet een echt wetenschappelijk onderzoek, die pretentie had ik niet, maar meer een stukje verkennend veldonderzoek met allure. Het is inmiddels algemeen bekend dat koeien meer melk geven wanneer zij weinig stress ervaren, en muziek kan een kalmerend effect bewerkstelligen op mensen. Ook wist ik ook dat de boer in kwestie Pop-NL-muziek draait in de melkstal. Koeien zijn daarnaast gehecht aan structuur.

Mijn hypothese was dat het spelen van muziek kalmerend werkt op koeien, waardoor zij meer melk zouden kunnen geven.
De onderzoeksvraag die hieruit voortvloeide was welk effect verschillende muziekinstrumenten en stijlen hebben op het gedrag van koeien in de weide van boer van Rooijen.

Samen met de boerin en een fotograaf liepen we de weide in waar de koeien stonden. Op een krukje stalde ik de instrumenten uit. Ik begon met een etnische fluit uit Nepal, hoge tonen, veel versieringen, snelle ritmes. Dit wekte de nieuwsgierigheid van de dieren op en ze kwamen naderbij. Oren rechtop, maar ze bleven op gepaste afstand staan. Hierna pakte ik een tin-whistle en speelde hetzelfde. Toen ik een paar harde hoge tonen speelde, zag ik dat een van de koeien zijn oren rechtop zette en even terug deinsde.
Even daarna sloeg ik een paar vliegen weg en gingen de koeien er angstvallig vandoor.

Er zat niets anders op dan rustig naar ze toe te lopen (de vlaaien werden heviger en natter) op de slippers en weer te gaan zitten. De lage instrumenten erbij.

Op de klarinet speelde ik een stukje uit het Klarinetconcert van Mozart, laag en warm, langzaam en vloeiend. Daar kwamen ze weer. En dit keer veel dichterbij. Van achteren en rondom. Heel rustig. Er was zelfs een koe die echt wel vijf minuten vlakbij bleef staan luisteren, de ogen nattig (niet gelogen). Goed, dit was succesvol. Tenslotte pakte ik rustig de gitaar en tokkelde en zong wat. De koeien bleven staan, het leek of ze eerbiedig genoten.

Wat heb ik gemerkt, we houden het bij de feiten.
De koeien hadden geen zin om een dansje te doen. Hoge tonen, snelle bewegingen, loopjes en dergelijke waren hen onbekend en wekten eerst hun nieuwsgierigheid, maar daarna schrikte het hen wat af, of verloren zij hun interesse. Feit is dat zij wegliepen.
De lage en rustige vloeiende tonen van de klassieke klarinet, en de tokkelende, kabbelende klanken van de gitaar wekten echter hun interesse, vele malen meer dan tevoren. Daarnaast bleven zij rustig kauwen en een beetje loeien. Veel geloei heb ik niet gehoord.

Wat mij betreft ga ik met deze aanzet verder het onderzoek rond dieren en muziek in. Het lijkt mij heel interessant om klanken die koeien en andere dieren als prettig ervaren te verwerken in mijn eigen composities en liedjes, of in bestaande nummers. Dan heb ik het over natuurklanken, vogels, het ruisen van de wind, kauwen, gras dat wordt vertrapt, prachtig allemaal. Zodat de inspiratie vice versa werkt. Wij bedenken muziek, maar eigenlijk is alles er al, het ligt zo voor het oprapen.

Rineke de Wit