Op de boerderij van mijn grootouders stond ook een echt
elektronisch orgel. Daar heb ik het muziek maken op geleerd. Het orgel had allerlei piepjes en tonen die
je kon combineren, en het gaf zo’n plofje als je de uit-knop indrukte.
Natuurlijk probeerde ik altijd verschillende vreemde samenklanken uit, het
liefst als er niemand in de buurt was.
Achter op de deel was altijd het loeien van de koeien en in
de weides rondom de boerderij in de Achterhoek liepen schapen, kippen en
paarden, en floten de vogeltjes roemrijk.
Inmiddels ben ik groter geworden, en heb me verder
ontwikkeld in de klassieke en popmuziek. Gewoon vanuit mijn passie en de
gedachte dat muziek overal is. Met mijn
zusjes zit ik in een vocal group, Filiae. Wij vechten altijd om de piano, een
fantastische instrument. Als musicus (hobo, fluit, piano) en zangeres houd ik ervan onverwachte
dingen uit te proberen, combinaties die niet voor de hand liggen, om mensen te
verrassen met muziek die ik mooi en boeiend vind. Maar daarnaast heb ik ook een
volledige opleiding als onderzoeker gedaan: een master muziektheorie bij
musicologie aan de UvA. Nieuwsgierig als ik ben wil ik graag precies weten hoe
het zit met muziek. Wie niet? Vervelend genoeg is daar nooit een eenduidig
antwoord op te geven, want muziek blijft ongrijpbaar schoon en zuiver in alle
facetten.
Wat is muziek? Was de allereerste vraag die we tijdens
college gesteld kregen. Een vraag waar ik en velen met mij zich nog steeds op
stuk kunnen bijten. En je wilt niemand beledigen natuurlijk.
Goed. Orgel en koeien op de boerderij. Je snapt het al: het
is blijven kriebelen.
Ik ben het weiland in gestapt en heb tussen de vlaaien en de
vliegen een heerlijk prive- concertje voor de bruingevlekte koeien van
Jan-Willem van Rooijen in Dodewaard gegeven. Een bijzonder optreden, waarin ik
niet in de eerste plaats inspiratie kwam opdoen en delen met deze dieren, maar
waarmee ik ook iets wilde onderzoeken.
Niet een echt wetenschappelijk onderzoek, die pretentie had
ik niet, maar meer een stukje verkennend veldonderzoek met allure. Het is
inmiddels algemeen bekend dat koeien meer melk geven wanneer zij weinig stress
ervaren, en muziek kan een kalmerend effect bewerkstelligen op mensen. Ook wist
ik ook dat de boer in kwestie Pop-NL-muziek draait in de melkstal. Koeien zijn daarnaast
gehecht aan structuur.
Mijn hypothese was dat het spelen van muziek kalmerend werkt
op koeien, waardoor zij meer melk zouden kunnen geven.
De onderzoeksvraag die hieruit voortvloeide was welk effect
verschillende muziekinstrumenten en stijlen hebben op het gedrag van koeien in
de weide van boer van Rooijen.
Samen met de boerin en een fotograaf liepen we de weide in
waar de koeien stonden. Op een krukje stalde ik de instrumenten uit. Ik begon
met een etnische fluit uit Nepal, hoge tonen, veel versieringen, snelle ritmes.
Dit wekte de nieuwsgierigheid van de dieren op en ze kwamen naderbij. Oren
rechtop, maar ze bleven op gepaste afstand staan. Hierna pakte ik een
tin-whistle en speelde hetzelfde. Toen ik een paar harde hoge tonen speelde,
zag ik dat een van de koeien zijn oren rechtop zette en even terug deinsde.
Even daarna sloeg ik een paar vliegen weg en gingen de
koeien er angstvallig vandoor.
Er zat niets anders op dan rustig naar ze toe te lopen (de
vlaaien werden heviger en natter) op de slippers en weer te gaan zitten. De
lage instrumenten erbij.
Op de klarinet speelde ik een stukje uit het Klarinetconcert
van Mozart, laag en warm, langzaam en vloeiend. Daar kwamen ze weer. En dit
keer veel dichterbij. Van achteren en rondom. Heel rustig. Er was zelfs een koe
die echt wel vijf minuten vlakbij bleef staan luisteren, de ogen nattig (niet
gelogen). Goed, dit was succesvol. Tenslotte pakte ik rustig de gitaar en
tokkelde en zong wat. De koeien bleven staan, het leek of ze eerbiedig genoten.
Wat heb ik gemerkt, we houden het bij de feiten.
De koeien hadden geen zin om een dansje te doen. Hoge tonen,
snelle bewegingen, loopjes en dergelijke waren hen onbekend en wekten eerst hun
nieuwsgierigheid, maar daarna schrikte het hen wat af, of verloren zij hun
interesse. Feit is dat zij wegliepen.
De lage en rustige vloeiende tonen van de klassieke
klarinet, en de tokkelende, kabbelende klanken van de gitaar wekten echter hun
interesse, vele malen meer dan tevoren. Daarnaast bleven zij rustig kauwen en
een beetje loeien. Veel geloei heb ik niet gehoord.
Wat mij betreft ga ik met deze aanzet verder het onderzoek
rond dieren en muziek in. Het lijkt mij heel interessant om klanken die koeien
en andere dieren als prettig ervaren te verwerken in mijn eigen composities en
liedjes, of in bestaande nummers. Dan heb ik het over natuurklanken, vogels,
het ruisen van de wind, kauwen, gras dat wordt vertrapt, prachtig allemaal. Zodat
de inspiratie vice versa werkt. Wij bedenken muziek, maar eigenlijk is alles er
al, het ligt zo voor het oprapen.
Rineke de Wit